Het perceel waarop het pand staat grenst aan de achterzijde aan de oude stadsmuur. Het heeft een achteruitgang op het openbare binnenplein, dat vanuit de Kolperstraat toegankelijk is. Aan de zijde van de Fonteinstraat werden geen cijnzen en zettingsgelden geheven. Dit geldt ook voor de beide rechter buren. Mogelijk werden heffingen geheven vanuit het binnenterrein, waar zettingen voor zeven of acht huizen staan genoteerd. Het pand had een kelder aan de voorzijde. Er zal halverwege het huis een dwarsmuur gestaan hebben, die het pand in een voor- en achterhuis verdeelde. Aan de achterzijde was het pand circa 2,5 m korter dan het linker buurpand, vermoedelijk om daar licht toe te laten. Aangezien ook het rechter buurpand circa 2,5 m korter is, kon nummer 9 eveneens aan de zijkant licht ontvangen. Hiervoor is in de 16de-eeuwse zijgevel op de beide verdiepingen een kloostervenster aangebracht. | 367 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Loew1385. "De drije Fonteijnen" anno 1634. | 70 |
1865 | P. van Dalsen (winkelier in kolonialewaren en steenkolen) |
1875 | P. van Dalsen (winkelier in kolonialewaren, stoom mostaardfabriekant) |
1894 | J. van Es (kapper) |
1908 | Chr.W. Vugts (tailleur) |
1910 | Chr.W. Vugts (tailleur) |
1919 | Sigarenmagazijn Flor de Martinez |
1928 | mej. M.H. van Ravensteijn - mej. T.M.J. van Ravensteijn |
1943 | A.C. van Ravenstein (winkelierster tabak en sigaren) - T.M.J. van Ravenstein (winkelierster tabak en sigaren) |